Mission 1: Marathon

Opbouw volume

Ondertussen zijn we halfweg mei, en dit betekent dat september nu toch stilaan in het vizier komt, (hoog) tijd dus om het volume verder op te bouwen als we ons doel willen bereiken!
(En dat doel bereiken willen we zeker 😉)

Het oorspronkelijke basistraining-weekschema van 16/16/21 km heeft sinds enkele weken plaats geruimd voor een aangepaste versie:

  • woensdag : 23 kilometer;
  • vrijdag: 23 kilometer;
  • zondag: 26 kilometer

Tegenwoordig behaal ik op weekbasis méér kilometers met mijn loopschoenen dan met de wagen! Maar dat zal hopelijk niet blijven duren 😉.
We duimen keihard om binnen hier en enkele maanden terug maximaal op post te kunnen zijn als basket-supporter van groot en klein.
De keerzijde van die (leuke) basket-medaillon is dan weer de planning die hiermee gepaard gaat. Op dit moment zie ik nog niet zo goed hoe dit allemaal in elkaar zal moeten ‘lopen’, trainingen en wedstrijden van kids (al dan niet op verplaatsing) – thuismatchen van de senioren-ploegen, en dat in combinatie met eigen trainingen die ook gauw een paar uren tijd in beslag nemen… Dat wordt opnieuw puzzelen!

Gelukkig maar dat lopen dan toch één van de weinige redenen is die de toelating heeft om op zondagmorgen 5u mijn wekker te laten afspelen.
(Kings and Queens – Ava Max – luidkeels vanuit de stilte – geweldig 🙂 🙂 ).

‘Ochtendstond heeft goud in de mond’, en op de koop toe lukt het mij om op dat moment nog welgezind op te staan ook?! – alleen jammer dat ik dan dit ochtendhumeur-vrije momentje met géén enkele huisgenoot kan delen 😇.

Op zich verliep de overgang van het aantal kilometers behoorlijk vlot, mij hoor je alvast niet klagen. Ik voel dat mijn lichaam – geleidelijk aan – sterker aan het worden is. De afstanden worden op zich goed verteerd, alhoewel dit soms ook gepaard gaat – hoe kan het ook anders – met vermoeide benen.
In dat opzicht ontdekte ik de voordelen van het gebruik van compressiekousen.
Toegegeven, een zicht om met die lelijke, lange (belachelijke) kousen rond te lopen is het niet, maar desondanks ga ik nooit meer de deur uit zonder (om te lopen dan toch 😜).

Compressiekousen vind ik persoonlijk een absolute meerwaarde hebben – de twééde beste uitvinding na het gesneden brood (zie blog-artikel ‘Moeten er nog blaren zijn?’).
Qua compressie doen ze alvast méér dan hun werk, een nadeel hierbij is dat ze achteraf soms moeilijk uit te krijgen zijn. Ware het niet dat ze behoorlijk prijzig zijn, had ik er wellicht al eens de schaar in gezet om er bevrijd van te geraken 🙈. De tevredenheidsbarometer inzake compressiekousen mag dan wel op de volle 100% staan, de volledige belasting van intensief trainen wordt hiermee niet weggenomen.
Daarom zou af en toe een rustweek inlassen ideaal zijn, maar de drang om te lopen is momenteel té sterk waardoor die (misschien noodzakelijke) rustweek steeds maar wordt uitgesteld – ondertussen al van halfweg februari geleden dat ik nog een training skipte. Ook wind of regen, weinig tot niks houdt mij voorlopig tegen 😉.
Hopelijk kom ik hierdoor niet in de gevarenzone van ‘zelfgezocht blessure-leed’ …

Daarnaast heb ik ook nog de factor ‘eten en drinken’, waar ik nog steeds zoekend in ben. Een training van 21 km zonder eten/drinken lukt op het nippertje – als ik vooraf maar genoeg drink en zorg dat ik niet leeg start.
Bij een training van 23 km krijg ik het moeilijk, en een training van meer dan 23 kilometer zonder iets mee te nemen is vragen om problemen. Plots raakt die tank leeg en moet ik een waar gevecht leveren met mezelf om voldoende concentratie op te brengen om een rechte looppas te blijven aanhouden. Met een eventuele valpartij tot gevolg 🙁
Want dán gebeurt het – enkele tientallen meters verwijderd van thuiskomst – het concentratie-gehalte is ondertussen tot 0 gezakt en voor ik het goed en wel besef pas ik de grond. (Mijn eerste gedachte op dat moment is hopen dat de buren geen getuige zijn 🙂 ).
Resultaat: in elke hand een gat, geschaafde knieën, aan de ene kant een schouder die tegensputtert en aan de andere kant een elleboog die soms niet meer volledig gestrekt wilt worden. Maar: de mankementen zijn netjes verdeeld over beide lichaamshelften, er is dus een evenwicht in ‘beperkingen’ en ze geven weinig hinder bij het lopen. Al bij al mogen we dus van geluk spreken!
Op zulke (concentratieloze) momenten baal ik echt van mezelf en besef ik dat ik werk moet maken om uit te zoeken hoe ik die uitputting voor kan zijn en hopelijk ook zo dergelijke valpartijen kan vermijden.

Ondertussen ben ik al een aantal trainingen op pad gegaan vergezeld van een banaan op mijn rug. Maar een aangenaam gevoel tijdens het lopen geeft dit niet – een banaan die continue hangt te klutsen …
Het effectief opeten van die banaan is evenmin een succes te noemen. Mijn ‘bananen-skills’ richtten zich tot nu voornamelijk op één van volgende 2 opties: ofwel schiet de banaan onmiddellijk voor de helft mijn keelgat door waardoor ik mij loop te verslikken, ofwel heb ik dan nét een kleine weg-verhoging niet gezien waardoor ik mijn evenwicht verlies en begin te zwaaien met mijn armen om overeind te blijven met als gevolg dat de banaan de grond in valt.

Verschillende bronnen raden dan ook aan om gels mee te nemen, aangezien dit weinig plaats in neemt en gemakkelijk te eten valt tijdens het lopen. Dit klinkt als muziek in de oren – het perfécte middel om weer op krachten te komen!
Maar tegelijk waarschuwen ze dat dit vooraf goed uitgetest moet worden omdat dit soms moeilijk te verteren valt.
En laat ik daar wel wat schrik voor hebben – op nieuwe binnenwerk-perikelen zit ik nu niet bepaald te wachten, integendeel 😩.
Uit onzekerheid wat dit vanbinnen teweeg zou brengen schuif ik het onderwerp “gellekes” zolang het kan op de lange baan – flauw hé, I know …
Voorlopig kies ik safe en hou ik het bij koekjes, en we zien wel waar we uitkomen!

YOU MAY SEE ME STRUGGLE, BUT YOU WILL NEVER SEE ME QUIT.